De Nederlandse Vereniging van Bestuurders in de Zorg (NVZD) had een kort
geding aangespannen tegen de Staat om een nieuw wettelijk maximumsalaris te
voorkomen, maar de rechter gaf de NVZD vrijdag ongelijk.

Sinds 1 januari is de nieuwe Wet Normering Topinkomens van kracht voor
functionarissen in de publieke en semipublieke sector. Volgens de NVZD was
een wettelijk maximum niet nodig, omdat de branche zelf al een zogeheten
‘Beloningscode’ had ingesteld. Maar omdat de wet ook een overgangsregeling
bevat, vindt de rechtbank dat zorgbestuurders die nu méér verdienen dan het
nieuwe maximum, voldoende tegemoet worden gekomen.

De NVZD wilde graag dat niet de balkenendenorm, maar haar eigen beloningscode
verankerd zou worden in de wet. Die in 2009 ingevoerde code adviseert aan de
hand van zaken als grootte, reikwijdte en media-aandacht van een
zorginstelling in welke salarisschaal de bestuurder mag vallen. Het maximum
is dan ruim 200.000 euro, exclusief bonussen. Volgens de balkenendenorm mag
een salaris niet meer zijn dan 130 procent van een ministerssalaris, dus
228.599 euro. Enkele tientallen zorgbestuurders zitten daar nu ruim boven,
ondanks de code.

De bestuurdersvereniging is teleurgesteld in de uitspraak. ,,Wat ons op het
eerste gezicht opvalt, is dat de rechter aan de wetgever een ruime
beoordelingsvrijheid geeft en kennelijk geen ruimte ziet om ons in het
gelijk te stellen”, aldus een woordvoerder. De organisatie gaat de
afwijzing nog bespreken met haar leden.

Vakbond Abvakabo FNV begrijpt de zorgen van de functionarissen niet.
,,Belastinggeld voor zorg moet aan zorg worden besteed en niet aan
buitensporige salarissen van directeuren”, benadrukt voorzitter Corrie van
Brenk. ,,Het is te gek voor woorden dat zorgdirecteuren zich druk maken over
hun topsalarissen, terwijl bijvoorbeeld medewerkers in de thuiszorg een
kwart van hun salaris moeten inleveren en de kwaliteit van zorg door
bezuinigingen hard achteruitgaat.”

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl